ERU-topman: ‘Er is roofbouw op marges private label gepleegd’

Bron: Distrifood | Stijgende zuivelprijzen, een bikkelhard onderhandelingsspel met supermarkten en de coronapandemie. Smeerkaasfabrikant Koninklijke ERU komt uit een moeilijke periode. Maar Dieter Kuijl, die met zijn familiebedrijf St. Paul ERU overnam, tekent een ambitieuze toekomst voor het oer-Hollandse merk uit.

Exota, Caraco, Saroma, Tjolk; veel roemruchte Nederlandse merken liggen inmiddels niet meer in het supermarktschap. Koninklijke ERU staat niet in dit rijtje: de smeerkaasfabrikant wordt in het jubileumjaar van het 200-jarig bestaan juist een nieuw leven ingeblazen, nadat het bedrijf jarenlang worstelde met winstgevendheid. ‘De vorige eigenaren hebben goed op de zaak gepast. Ze hebben geen concessies gedaan aan de kwaliteit, maar de kleinschaligheid maakte dat de marges zeker onder druk stonden.’

ERU had behoefte aan een sterke broer of partner

Aan het woord is Dieter Kuijl, directeur van St. Paul en sinds enkele maanden ook eigenaar van ERU. Aan hem de taak om het nog altijd bekende smeerkaasmerk weer nieuw elan te geven. En dat is nodig, gezien de gedaalde marges. ‘ERU had een sterke broer, of partner nodig en voor St. Paul is het verbreding van het familiebedrijf, meer zekerheid en risicospreiding.’

ERU had last van de coronapandemie die de supply chain verstoorde en de export- en foodservicetak belemmerden. Ook kampte het bedrijf met schommelingen van de zuivelprijs. ‘Dus de marges verdampten helemaal door de kaasprijs. Dat is tot twee keer toe gebeurd. En ERU had langdurige contracten met supermarkten. Als je dan weinig inkoopkracht hebt, word je ‘gesqueezed’.’

“De marges verdampten helemaal door de kaasprijs, dat is twee keer gebeurd”
– Dieter Kuijl

Dat is waar de overname door St. Paul ERU uitkomst biedt. St. Paul is bij consumenten niet bekend, maar is groot in onder meer smeltkazen en produceert voor merken als McCain en Aviko. Het bedrijf is opgericht door Dieter Kuijl en zijn zus Margo en is de grootste smeltkaasmaker van de Benelux. Saillant detail: hun opa was nog bij de eerstesteenlegging van de oude fabriek van ERU.

Steeds meer varianten

In die fabriek rolden in de loop van de jaren steeds meer varianten van de band. De bekende ERU Goudkuipjes met sambal, komijn, ham en natuurlijk naturel, maar evengoed zwarte peper, mosterd, salami en kuipjes Maasdammer, gruyère en gerookte kaas. Ook maakt het bedrijf cheddarplakjes in verschillende varianten en specialiteitskazen als crème au blue en chèvre doux.

Volgens Kuijl kende ERU te veel sku’s. Terwijl er in de supermarktkoeling vaak een handvol te vinden is. ‘ERU had behoorlijk wat smaken in allerlei producten en verpakkingen die niet allemaal geweldig afgezet werden door gebrek aan schapruimte. Daar hebben we al in gesneden, waardoor we nu een mooi assortiment over hebben.’

Gesneden in assortiment, toch ruimte voor innovatie

Toch is er tegelijkertijd volop ruimte voor innovatie, meent ERU. Er liggen nog genoeg nieuwe smaken op de plank. ‘St. Paul heeft een innovatief karakter en dat gaat ook op ERU geënt worden. Dat zal zeker serieuzer worden. Het hoeft niet per se smeltkaas te zijn. De eerste honderd jaar van ERU maakte het bedrijf gewone kaas.’

ERU profiteert van de ontwikkeling naar meer vegetarisch eten. ‘We hebben de tijd mee, omdat vlees een beetje in onmin is geraakt. Kaas past uitstekend tussen de vegetarische alternatieven.’ Vegan daarentegen is weer een heel ander verhaal. ‘Vegan kaas is over het algemeen teleurstellend. Je moet een overtuigd veganist zijn om daarvoor te kiezen, anders kom je beteuterd uit.’

“Vegan kaas is over het algemeen teleurstellend. Je moet een overtuigd veganist zijn anders kom je beteuterd uit.”
-Dieter Kuijl

St. Paul werkt wel met hybride producten, waar deels plantaardige ingrediënten in zijn verwerkt. ‘Twintig jaar geleden was het not done, dat je als zuivelfabrikant iets met plantaardige olie deed. Toch zijn we dat gaan doen. Je ziet nu dat alle bedrijven bezig zijn met CO2-afdruk en dierenwelzijn. Kaas heeft een flinke footprint, daar wil en moet je dus iets aan doen. Het alternatief moet echter wel goed zijn, anders kiezen consumenten het niet. Als het net zo goed smeert en smaakt en net zoveel kost, dan willen ze het wel.’

‘ERU is goed verdienmodel voor supermarkten’

Maar het smeerkaasschap is beperkt in omvang. Nieuwe producten, hybride of niet, zijn dus niet eenvoudig in de supermarktkoelingen te krijgen. ‘Ik denk niet dat retailers staan te trappelen, maar het gaat erom hoe je het brengt. ERU is goede kostwinning voor ze. Het is een goed verdienmodel, dus ik kan me niet voorstellen dat nieuwe smaken niet zouden kunnen, als het een mooie aanvulling is op het assortiment.’