Onze smeerkaas maken we van echte kaas en daar is vooral melk voor nodig. De melk wordt geconcentreerd en gepasteuriseerd. Hierna wordt er stremsel en zuursel toegevoegd. De eiwitten, vetten en mineralen klonteren daardoor samen waardoor de melk dikker wordt. Zuursel geeft kaas een lekkere smaak en zorgt ervoor dat kaas langer houdbaar blijft. Wanneer de melk dik genoeg is, wordt deze tot kleine, witte korrels gesneden. Dit heet de ‘wrongel’, vanaf dit moment is het kaas.
De kaas wordt vervolgens geperst in een kaasvat. Het vocht wordt uit de kaas geperst, waardoor de kaas hard wordt. Als de kaas lang genoeg onder de pers staat, gaat de kaas in een pekelbad. Het pekelen trekt zout in de kaas en zorgt voor extra houdbaarheid en smaak. Door minimaal 4 weken te rijpen, krijgt de kaas een kaassmaak. Na het rijpproces krijgt de kaas een plastic beschermlaagje, dit voorkomt schimmel en uitdroging. De kaas is klaar.
Maar hoe wordt het nu smeerkaas?
De gemaakte kaas malen we in onze kaasfabriek fijn tot een massa. We voegen water en smeltzouten toe en eventueel mengen we er extra ingrediënten door, zoals sambal. Dit alles komt samen in een smeltmachine waar we het mengsel verhitten met stoom totdat het bijna kookt. Daarna wordt de kaas afgevuld in een kiloverpakking, portieverpakking of kuipje. Is de kaas gekoeld? Dan is de smeerkaas klaar!